Ik ben een grote dierenliefhebber. Mijn moeder is dierenarts en bracht elk jaar wel een dier mee dat ze ergens had gevonden. Op een bepaald moment waren er zelfs meer dieren dan gezinsleden bij ons thuis.
In de loop der jaren heb ik heel wat huisdieren gehad: 1 eekhoorn, 1 duif, 5 geiten, meer dan 20 kippen en eenden, 1 cavia, 2 schildpadden, 3 honden, 6 katten en 2 pony’s.
Tot voor kort woonde mijn kat Carrot nog bij me. Hij werd op 1 april 18 jaar — de legale leeftijd om alcohol te bestellen, zei ik altijd voor de grap. Carrot was doofstom en had elke dag twee keer medicatie nodig, die hij absoluut niet lekker vond (en dat liet hij ook goed merken). Onlangs heb ik afscheid van hem moeten nemen. Hij was echt een typische “orange cat” met een grote persoonlijkheid en had talloze bijnamen — mijn favoriet: “Don Padrone”. Hij was de baas in huis én mijn grote liefde. Carrot speelde, en blijft spelen, een heel belangrijke rol in mijn leven.
Door met Carrot te leven in zijn laatste maanden heb ik echt beseft wat het betekent om orde en netheid te behouden in huis wanneer je samenwoont met een oude kat. Hij maakte veel vuil, had regelmatig ongelukjes, en alles vroeg extra zorg en aandacht. Toch deed ik het met liefde — maar het heeft me wel laten inzien hoe belangrijk het is om je interieur daarop af te stemmen.
Door op te groeien met zoveel dieren heb ik een sterk zorgzaam karakter ontwikkeld. Ik weet uit ervaring dat een goed ontworpen interieur het verschil maakt in een huis vol dieren. Niet alleen voor het comfort van de mens, maar ook voor het welzijn van de dieren zelf.
Carrot (A.K.A. Lil' CC)